Over de Rhodesian Ridgeback

Janaihmani > Over de Rhodesian Ridgeback

De Rhodesian Ridgeback

De Rhodesian Ridgeback is een intelligente hond die zich zeer hecht aan het gezin. Het is een sportieve, atletische maar ook elegante hond, een sterke hond met heel wat spiermassa. Gelukkig heeft het ras nog weinig gezondheidsproblemen. De Rhodesian Ridgeback is een wilskrachtige hond met een goed ontwikkleld roedelinstinct. Omdat onze honden tegenwoordig in het gezin leven doet het gezin dienst als roedel. De Rhodesian Ridgeback hoeft niet getraind te worden om beschermend op te treden. Dat zit er van nature al in. De Rhodesian Ridgeback heeft wel een baas nodig die op een eerlijke en consequente wijze opvoedt. Het is belangrijk dat deze baas de leidersrol op zich neemt, dan heeft men weinig last van gedragsproblemen. De Rhodesian Ridgeback is ook een gevoelige hond die je niet hard moet aanpakken. Daar kunnen ze echt niet tegen. Het motto luidt: eerlijk, duidelijk en consequent zijn. Wordt de Rhodesian Ridgeback op deze manier opgevoed dan heb je een aanhankelijke en toegewijde kameraad.

Een  Rhodesian Ridgeback die goed is opgevoed is lief voor kinderen en voor volwassenen een prettige huisgenoot. De houding van de Rhodesian Ridgeback is niet die van een slaaf maar van een partner en zo wil hij ook behandeld worden. Zijn eigen wil, vastberadenheid en gevoel voor eigenwaarde zijn de redenen waarom   de Rhodesian Ridgeback zich niet laat dwingen zich te onderwerpen.  De manier om een Rhodesian Ridgeback goed te laten functioneren en om respect van hem te krijgen  is gebaseerd op wederzijds vertrouwen en een consequente training.  Als huisgenoot en vriend laat de Rhodesian Ridgeback  een bijzondere trouw en toewijding zien aan zijn huisgenoten. Meestal kiest de hij/zij  de meest consequente huisgenoot die veel van zijn  verzorging op zich neemt uit als roedelleider.

De Rhodesian Ridgeback  is een prima bodygard en waakhond en beschouwd  uw hebben en houden als het zijne. Blaffen doet hij niet vaak, alleen ter waarschuwing bij gevaar of  eventuele indringers. De Rhodesian Ridgeback zal niet zonder aanleiding gaan vechten. Hij zal  conflicten vermijden als dat mogelijk is en vaak is het tonen van zijn dominantie voldoende om respect te krijgen.

In huis is de Rhodesian Ridgeback een rustige ook soms wat luie hond. Hij zal niet onnodig energie gaan verspillen. Hij vindt het heerlijk om te dutten,  het liefst in de zon.  Als de baas actief is zal hij zijn voorbeeld volgen. Voor de opbouw van zijn conditie en beweging  heeft hij lange wandelingen nodig.  In draf naast de fiets is ook een prima manier om hieraan te werken.

 Het is een opmerkelijk schone hond. Aan de korte , dichte vacht blijft weinig vuil hangen. Een regelmatige borstelbeurt met een rubberen borstel, gecombineerd met goede voeding en  veel lichaamsbeweging houdt hem in een prima conditie.

De Rhodesian Ridgeback komt oorspronkelijk uit Afrika. Hier werd hij gebruikt als jacht en erf/waakhond. Ondanks hun bijnaam “Leeuwhond” werd er zelden op leeuwen gejaagd. Geen enkele hond, zelfs niet de Rhodesian Ridgeback, kan een leeuw doden, ook niet in meuteverband. Ze werden  wel vanwege hun dapperheid en snelheid ingezet om de leeuw op te speuren en te stellen zodat de jager zijn werk kon doen. Verder werden zij gebruikt voor het verjagen van roofdieren,  het hoeden van het vee en  het beschermen van het huis.

DE RIDGE

Aan de ridge dankt de Rhodesian Ridgeback zijn naam. De ridge is een streep in tegengestelde richting groeiend haar, midden op de rug. De ridge begint net achter de schoudertoppen met de box die symmetrisch van vorm is  Deze heeft twee kruinen (crowns) die recht tegenover elkaar staan. Ook mogen zij niet lager dan op een derde van de ridge staan. De ideale ridge verloopt taps tot in een punt ter hoogte van de  heupen.  De ridge heeft geen functie.

In tegenstelling tot wat wel eens beweerd wordt, zal een pup zonder ridge er ook nooit één krijgen.

de rasstandaard van de Rhodesian Ridgeback

F.C.I. Standaard No. 146./19.12.1989

Algemene verschijning

Een volwassen Rhodesian Ridgeback is een mooie, sterke, gespierde en actieve hond met een symmetrisch silhouet. De Rhodesian Ridgeback heeft een groot uithoudingsvermogen en is tot het behalen van een behoorlijke snelheid in staat. Hij is ook lenig en wendbaar, wat opvalt bij dit grote hondenras.

Bijzonderheden

Dit hondenras dankt zijn naam aan zijn ridge. De ridge of “pronk”, is een streep haren die zich op de rug bevindt, die tegen de groeirichting van de vacht gaat. De ridge begint direct achter de schouders en loopt door tot ter hoogte van de heupen. De ridge dient twee identieke kronen te hebben, die recht tegenover elkaar geplaatst horen te zijn. De kronen mogen zich niet lager bevinden dan eenderde van de ridge, gerekend vanaf het begin van de ridge. Vijf centimeter is een goed gemiddelde voor de breedte van de ridge, gemeten direct achter de kronen.

Temperament.

Waardig, intelligent en gereserveerd tegenover vreemden, maar toont zonder aanleiding geen agressie of verlegenheid.

Het Hoofd.

Het hoofd moet tamelijk lang, de schedel vlak en vrij breed tussen de oren, en moet in rust zonder rimpels zijn. De stop moet vrij duidelijk zijn. De neus zwart of bruin, in verhouding bij de kleur van de vacht. De snuit is lang, diep en krachtig met stevige kaken. De lippen dienen goed gevormd te zijn en goed om de kaken te sluiten.

De Ogen

De ogen dienen op matige afstand van elkaar te staan en rond, helder en glanzend te zijn en moeten de Rhodesian Ridgeback een intelligente uitdrukking geven. De kleur van de ogen dient te harmoniëren met de vacht. Zo behoren bij een zwarte neus donkere ogen en bij een bruine of leverkleurige neus amberkleurige ogen.

De Oren

De oren dienen tamelijk hoog aangezet te zijn, middelmatig van grootte en vrij breed bij de basis, geleidelijk uitlopend tot een ronde punt. De oren dienen dicht tegen het hoofd gedragen te worden.

De Bek

Sterke kaken met een perfect en compleet schaargebit. De tanden dienen goed ontwikkeld te zijn, vooral de hoektanden.

De Nek

De nek moet vrij lang zijn, sterk en mag geen keelhuid vertonen.

De Voorhand

De schouders moeten hellend, droog en gespierd zijn. De voorbenen dienen recht, sterk en goed ontwikkeld te zijn met vrij zware botten. De ellebogen dienen tegen het lichaam gehouden te worden.

Het Lichaam

De borst mag niet te breed zijn maar wel diep en ruim. De ribben dienen middelmatig rond te zijn maar nooit rond als een hoepel. De rug is krachtig, de lendenen sterk, gespierd en licht gebogen.

De Achterhand 

De bespiering dient droog te zijn met een goede definitie. De achterhand dient goede hoekingen te vertonen en de spronggewrichten dienen laag geplaatst te zijn.

De voeten

De voeten dienen compact te zijn met goed gebogen en aaneengesloten tenen. De voetzoolkussens dienen elastisch te zijn met beschermend haar tussen de tenen en voetzolen. De Rhodesian Ridgeback behoort de zogenaamde “katvoeten” te hebben.

De staart

De staart dient sterk en breed bij de aanzet te zijn, geleidelijk aflopend naar de punt. De staart dient noch te hoog noch te laag aangezet te zijn en moet vrij van grofheden zijn en dient met een lichte welving gedragen te worden. Nooit gekruld.

Beweging

Recht voorwaarts, vrij en actief.

De Vacht

De vacht dient kort, dicht en glanzend van aanzien te zijn. De vacht mag nooit wollig of zijdeachtig zijn.

De Kleur

De Rhodesian Ridgeback dient een kleur te hebben van licht- tot roodtarwe. Een beetje wit op de borst en tenen is toegestaan maar overmatig wit op de buik, borst en boven de voeten is niet wenselijk. Het masker en de oren mogen donkerder zijn dan de rest van de vacht.

De Grootte

Een volwassen Rhodesian Ridgeback moet een mooie rijzige hond zijn. De schofthoogte van de reu moet tussen de 63 en 69 cm. zijn. De schofthoogte van de teef moet tussen de 61 en 66 cm. zijn.

Fouten

Ieder verschil of afwijking van de voornoemde punten in de rasstandaard, dient gezien te worden als een fout en dient dan ook naar gelang de afwijking beoordeeld te worden.

OPMERKING: De reuen dienen twee testikels te hebben die volledig in het scrotum moeten zijn ingedaald.

de geschiedenis van de Rhodesian Ridgeback

Ruim honderd jaar geleden jaagde een befaamde jager op grootwild in Rhodesië (nu Zimbabwe) met zijn meute honden.

Zijn naam was Cornelis van Rooijen en zijn meute jachthonden bestond uit zeer uiteenlopende kruisingsproducten van destijds algemeen voorkomende populaire Europese rassen.

In de meute waren exemplaren die in uiterlijk en grootte varieerden van kleinere doggen tot terriers. Een grote diversiteit in kleur was aanwezig, doch éénkleurig geel en rood, als ook gestroomde honden zag je het meest. Van Rooijen wist door strenge selectie een jachthond te verkrijgen die bijzonder geschikt was voor  het jagen onder barre omstandigheden. Een hond die weinig gevoelig is voor de in ruime mate aanwezige parasieten, een hond die om weinig verzorging vraagt, één  die niet overmatig veel voedsel nodig heeft, één die lang zonder water kan , één die zowel op zicht als met de neus jaagt, één die het kamp of de boerderij kan bewaken, één die behoorlijk snel kan lopen, wendbaar is en over de nodige spierkracht bezit,  één die over een groot uithoudingsvermogen beschikt.  Hij kreeg het voor elkaar om een dergelijke hond te fokken en hij werd daarom door andere jagers zeer gerespecteerd. Vele kochten bij hem de honden of combineerden ze met de zijne.

Op zijn boerderijtje in Plumtree waren er altijd wel belangstellenden die zeer onder de indruk waren van de band die Cornelis met zijn honden had. Cornelis  keek verder dan de rassen die de boeren en Engelsen meebrachten naar Afrika. Hij kruiste ook met Afrikaanse honden en bastaarden. Sommigen ervan waren voorzien met een kam op de rug, een zogenaamde dorsale kam of Ridge, die deze mutatie doorgaven aan het nageslacht. Er bestaan diverse versies van even zo vele auteurs en onderzoekers waar deze mutatie zich voor het eerst heeft voorgedaan. Aanvankelijk werd gesproken over de hond van de Hottentotten die leek op een jakhals en voorzien was van een rugkam. Later is dit weerlegt, deze honden zouden met Bantu’s uit Oost-afrika meegekomen zijn. Niet de hottentot hond maar de Afrikaanse windhond  “Nguni” zou verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van de ridge in de populatie jachthonden van Van Rooijen. Van Rooijen’s honden stonden in die tijd bekend als; leeuwhond, boerhond, Van Rooijenhond, rifrug, kamrug en steekbaard. Gezegd mag worden dat  Cornelis van Rooijen  bijzonder veel inspanningen heeft gedaan  om die voor het Afrikaanse klimaat geschikte gebruikshond te fokken die we nu kennen als de Rhodesian Ridgback. Een hond die op geen enkel terrein uitblinkt maar op alle kan functioneren.  Hij is snel maar niet de snelste, hij is sterk maar er zijn sterkere rassen en zo kan je nog wel een aantal eigenschappen belichten.

Eén ding is zeker : het is een normale hond zonder overdrevenheid, zonder toeters en bellen, gewoon “sound”.

Bron:  over dieren,  de Rhodesian Ridgeback